de Volkskrant: Nathalie Alonso Casale legde een busreis vast als een eindeloos moment

‘Het was een rotfilm om te maken, ik heb nooit zoveel ruzie gehad’ Nathalie Alonso Casale wil het onzegbare, het magische laten zien. Het resulteerde in haar tweede film, Memory of the Unknown, waarvan ze zegt: ‘Je snapt er vaak niks van. Het gaat om de beelden, verbeelding, mensen, eenzaamheid, verlangen…’

Van onze verslaggeefster Judith Koelemeijer
AMSTERDAM
25 januari 1996

Het is een extreme film geworden, zegt Nathalie Alonso Casale (25). Ze ‘verheugt zich niet erg’ op de première van Memory of the Unknown: ‘Ik denk dat weinig mensen zich de film eigen kunnen maken. De beelden zijn sterk, dat weet ik zeker, maar je snapt er vaak niks van. En dat vind je of heel mooi, of ontzettend irritant.’ Gewaagd is haar eerste lange speelfilm zeker. Memory of the Unknown bestaat voor het grootste deel uit zwart-wit beelden van reizigers in een luxe vakantiebus. In soms tergend lange, stilstaande shots zien we mensen met doorleefde gezichten uit het raam staren, slapen, wachten. Zo nu en dan doet er iemand een poging tot een gesprek – wat niet echt wil lukken. Ze gaan naar het zuiden, naar Spanje, zo blijkt uit het veranderende landschap. Maar wie zijn ze, en waarom zitten ze in die bus? Ergens op het Spaanse platteland strandt de bus in een dichte mist. Er is een feest. De reizigers raken verzeild in een processie, worden kletsnat geplenst door een huilend Mariabeeld, dansen met de dorpelingen. Maar er is geen contact, er wordt nooit gelachen. Ze zijn opgesloten in zichzelf, gevangen in een eigentijds narrenschip dat voortraast naar de zon, terwijl hallucinerende beelden van bomen, flatgebouwen en kerkhoven voorbij flitsen.Nathalie Alonso Casale studeerde in 1992 af aan de Amsterdamse filmacademie met Memorias sin Batallas y otros muertos, een even poëtische als absurdistische reconstructie van de fusillering van Nathalie’s grootvader tijdens de Spaanse burgeroorlog. ‘De film blinkt uit in visuele kracht’, schreef de Volkskrant. ‘Zij toont in film te kunnen denken.’ ‘Ik snap wel waarom iedereen Memorias mooi vond’, zegt Nathalie Alonso Casale. ‘Er zaten wel meerdere lagen in, maar de film liet geen twijfel achter.’ Nu, ruim drie jaar verder, heeft ze bewust meer aan de verbeelding overgelaten. ‘Ik wilde veel minder uitleggen. In Memorias ging ik terug in de tijd, in deze film heb ik de tijd stilgezet. Alsof de reis een eindeloos moment is, uiteindelijk beweegt er niks. Ik zei ook steeds: ”Het mag er niet uitzien alsof het 1995 is.’ ‘Ook als je die film over vijftig jaar ziet, moet hij nog iets vertellen over mensen.’ Ze wilde een sfeer oproepen van een bijna verstikkende eenzaamheid, van verlangen ook. ‘Als kijker zit je in de bus, en word je gedwongen heel lang te kijken naar mensen die je normaal voorbij loopt. Het zijn onzekere mensen die je ziet. Mensen die nooit hebben gedaan wat ze wilden doen, voor wie elke dag anders is dan ze hadden gedroomd. Ze proberen met elkaar te communiceren, maar slagen daar niet in. Niemand luistert. Eenzame mensen kunnen niet naar elkaar luisteren, denk ik. De kijker is hiervan getuige. Dat is een nogal benauwende ervaring.’ Sfeer en ervaring: Nathalie Alonso Casale denkt niet zo in verhalen. Meer in beeld en geluid. Ze heeft altijd een boekje op zak waarin ze alle banale, platte of mooie beelden die ze ziet noteert, en begrijpt niet waarom het Filmfonds geld geeft op grond van een onderwerp alleen: ‘Voor mij is niets echt belangrijk genoeg om te verfilmen. Het gaat erom hoe je dat doet.’ Het idee voor Memory of the Unknown ontstond ook uit een optelsom van beelden. Op televisie zag ze opnamen van bosbranden in Spanje. Ze zag meteen een film voor zich waarin alles rokerig en zwartgeblakerd zou zijn – op de overgebleven witte slakkehuisjes na. Veel later zat ze in de bus naar Bratislava en dacht ze: een bus is een soort van mini-maatschappij. De een is gek, de ander eet niet, weer een ander klaagt voortdurend dat ze hoofdpijn heeft; iedereen is afgesloten van de buitenwereld en zoekt contact met elkaar. Tenslotte was er nog die film die ze niet van de grond kreeg, het verhaal over een Russische vrouw die na twintig jaar gescheiden te zijn geweest haar man gaat zoeken in een concentratiekamp. Bij elkaar opgeteld gaf dat: een bus vol zoekende mensen strandt in Spanje in rook en mist. Ton van der Lee van Allegri Film deed de produktie, tot hij naar Afrika vertrok en Frank Scheffer het van hem overnam. Het Filmfonds gaf meteen twee ton, en later nog 25 duizend gulden voor de geluidsmixage. Voor dat bedrag heeft ze de film gemaakt. Memory of the unknown is een speelfilm, maar maakt een documentaire indruk. Er is weinig ‘gestileerd’, de Spaanse dorpelingen zijn zichzelf en de acteurs lijken zo van de straat geplukt. Nathalie Alonso Casale: ‘Ik heb nog nooit gehad dat ik een professionele acteur zag en dacht: die moet ik hebben, voor dat verhaal. Het werkt bij mij andersom. Ik kies eerst de gezichten die ik in mijn film wil zien, gezichten van mensen die ik ken of ontmoet en die iets magisch hebben. Daarna verzin ik er een verhaal bij. Vaak is dat hun verhaal, ze spelen zichzelf.’ Zo kwamen in de bus: haar vader, een goede Russische vriend met zijn zus, haar broertje (‘die is heel mooi, filmisch’), een ex-zeeman met tatoeages die ze in de kroeg ontmoette, een acteur van de Steile Wand op de Parade, de vriend van de regie-assistente en een professionele actrice die zich zo in haar personage herkende dat ze begon te huilen toen Nathalie haar de rol uitlegde. Achttien dagen lang zaten ze met elkaar in de bus. Het werd géén vakantie. De ‘echte’ busreis verliep minstens zo rampzalig als die van de film. ‘Het was echt een rotfilm om te maken, ik heb nog nooit zoveel ruzie gehad. Op het laatst wilde iedereen alleen nog maar naar huis. Het werd ècht benauwd in de bus. De scène waarin ze allemaal natgehuild worden is erin gekomen omdat iedereen steeds klaagde dat het zo warm was. Toen heb ik hen met z’n allen onder de huilende Maria gezet.’ Eigenlijk zit haar hele leven in de bus, zegt ze. ‘Al die mensen zijn een deel van mij. Daarom ben ik die bus gaan haten.’ Haar vader is Spaans, haar moeder Française en ze groeide op in Groningen. Dat haar beide films zoektochten richting Spanje zijn, heeft te maken met haar achtergrond: ‘Ik ben continu op zoek naar waar ik vandaan kom. Ik heb me hier nog nooit thuis gevoeld.’ Maar dat is het niet alleen. Ze heeft gewoon nooit ergens bij gehoord. Ze wilde vanaf haar vierde niet naar school. ‘Ik was altijd een beetje gek.’ En altijd overal te jong voor, vonden de volwassenen. ‘Pas nu, nu ik ouder ben, gaan ze een beetje normaal tegen me doen. ‘Op haar veertiende wist ze al dat ze regisseur wilde worden. Met haar vader keek ze altijd naar Charlie Chaplin. ‘Geniaal’, zei hij dan, en dat vond zij ook. Ze tekende, danste, zong, maar film was uiteindelijk favoriet: ‘Daarin komt alles samen: beeld, acteren en muziek.’ Na de filmacademie vertrok ze op uitnodiging van een vriend naar Rusland. Ze bleef er – met tussenpozen – twee jaar, afwisselend in Moskou en Vilnius. Ze maakte een aantal korte documentaire filmpjes op High8, onder andere van de traditionele bijeenkomsten van de communisten op 1 en 9 mei. Ze kan uren met haar video op een straathoek zitten, wachtend op de perfecte scène. Zoals die keer in Vilnius, toen vlak voor haar een dronken man langzaam in elkaar zakte. Op de achtergrond kwamen een witte kinderwagen, een zwarte hond en een sleepwagen met een autowrak erop voorbij. Het regende en er luidde een doodsklok. Ze filmde het in één shot, van zes minuten. Op het festival van Aubagne kreeg het filmpje de prijs voor de beste reportage. Ze hééft iets met Russen – en met de Russische cinema. ‘Russen begrijpen wat geesten en goden zijn. Zij weten dat er meer is dan je ziet, en kunnen dat ook vastleggen. Neem een huis waarin iemand net geweest is. Die warmte kun je voelen, maar bijna onmogelijk filmen. Alleen Russen kunnen dat.’ Ook de Russische cameraman (Vladas Naudzius) die Memory of the Unknown draaide, heeft volgens haar dat vermogen om ‘door de dingen heen te kijken’. ‘Als hij stenen beeldjes filmt, krijgen ze emotie. Hij kan dat. Ik was meteen verliefd op zijn beelden.’ Over de Russische filmmaker Vyacheslav Amirkhanian, ‘een beeldendichter om wie je altijd moet huilen maar nooit weet waarom’, schreef ze in een van haar ‘reisbrieven’ in Skrien: ‘Er zijn maar weinig filmmakers die de taal spreken die ze dromen en denken, zonder daarna al te veel te bedenken.’ Filmmakers die het concrete laten zien, maar het laten uitmonden in iets wat niet grijpbaar is. ‘Zij tonen niet de dood als zij het gestorvene tonen, maar het zich eindeloos herhalende leven. ”Daar hebben we het dus steeds over’, zegt ze. ‘Daar is alles mee gezegd.’ Dat wil ze dus ook: het onzegbare, het magische laten zien. Dat is waar Memory of the Unknown over gaat. Nee, ze is nooit bang geweest om voor pretentieus te worden versleten. ‘Ik trek me niet veel aan van kritiek van anderen.’Ze heeft zich wel afgevraagd of deze film niet ‘te vroeg’ komt. ‘Het gaat over zoiets zwaars. Als dit nu is, wat komt hier dan nog na? Toen ik de eerste rushes zag, dacht ik: dit kan ik niet, dit is nog veel te groot. Sommige shots hadden voor mij zo’n lading, zo’n diepte, dat ik niet wist of ik nog wel kon manipuleren, spelen. Je moet je materiaal wel beheersen. Het was te heftig. Na een uur monteren voelde ik me als een zombie.’Het is wel een zware film geworden. In Memorias zat veel meer humor. In deze film bleken veel grapjes in de montage toch te plat. Het was heel moeilijk om de benauwde sfeer te doorbreken.’ Ze hoopt dat de film ‘in ieder geval voor een paar mensen’ een cadeautje zal zijn. Een ding is zeker: zelf gaat Nathalie Alonso Casale nooit meer met de bus. ‘Ik neem de fiets, de tram, de metro, en als het echt niet anders kan, ga ik wel lopen.’